Jandino Asporaat: Mijn rol veranderde van pestmateriaal naar een mascotte

0
3101
Jandino Asporaat: Mijn rol veranderde van pestmateriaal naar een mascotte

Volgens juf van ‘t Hof kon Jandino Asporaat een rol niet aan in de afscheidsmusical van de basisschool. In plaats daarvan stond hij tijdens de hele opvoering als een verklede dokter op een banjo zonder snaren te spelen. Kortgeleden stond hij na de voorstelling in Barneveld oog in oog met de juf. “Zij had die avond gelachen en genoten. Ze was blij dat het toch goed met me is gekomen.”

Deze onthulling rolt over de welbespraakte tong van Asporaat nabij de werkplek waar twaalf jaar geleden zijn aanloop begon van een mooie carrière. Toentertijd werkte hij achter de lange bar in de foyer van het Nieuwe Luxor. “Een heerlijke tijd die abrupt werd afgebroken”, bekende de geboren Curaçaoënaar terwijl hij een blik werpt op de lege bar. “Ik werd tijdens een vergadering ontslagen omdat ik te nadrukkelijk aanwezig was en grapjes maakte. Er zat kennelijk al een kleine artiest in mij die drie jaar later wat aarzelend begon. Uitgerekend in dit theater.”

Jandino Asporaat: Mijn rol veranderde van pestmateriaal naar een mascotteHet is 2005. Asporaat, die aanvankelijk zichzelf eerder zag in de rol van een regisserende directeur met een telefoon om mensen aan te sturen, kreeg een tip van regisseur Roel Twijnstra om mee te doen het Rotterdamse cabaretfestival Cameretten. Het festival bestaat sinds 1966 en is een voorbeeld gebleken voor alle andere grotere cabaretfestivals. Voor winnaars als Theo Maassen, Brigitte Kaandorp en Ivo de Wijs was dit festival de springplank naar het grote succes. “Toen wist ik wat plankenkoorts is, want ik durfde me niet voor dit festival in te schrijven. Hoefde ook niet. Twijnstra had me al aangemeld. Ik moest wel. Toen wist ik al dat er in het leven meer winst te behalen is dan verlies. En op enig moment stond ik in de voorrondes een kwartier lang voor mensen die mij moesten beoordelen of ik wel goed genoeg was. Bizar eigenlijk.”

“Aanvankelijk dacht ik dat mijn optreden een uur zou duren. Niet dus. Volgens het reglement moet ik na een kwartier al stoppen. ‘Als jullie meer van me willen zien en horen, kom dan naar de finale.’ Een boodschap die ik met veel gevoel voor durf uitsprak. Het resultaat was duidelijk. Ik stond met twee Belgen in de finale. Mijn opkomst met een brassband, die uit tien muzikanten bestond, zorgde ervoor dat ik het publiek vanaf de eerste seconde in mijn greep had.” Al stampend en springend, fluisterend en gillend sleepte Asproraat de persoonlijkheidsprijs in de wacht. De winnaar werd Begijn Le Bleu, een Belg die een half uur lang een Vlaamse versie van Mr. Bean op de planken bracht. “Ik heb daarna niets meer veel van deze Belg vernomen.”

ZELFSPOT

Jandino Asporaat: Mijn rol veranderde van pestmateriaal naar een mascotteBehalve de overdonderde brassband, maakte Asporaat in het Luxor Theater al indruk met zijn typetjes. “Toentertijd was het een mengelmoes van typetjes”, duidde de cabaretier. “In dit geval ben ik keurig binnen mijn familie en m’n kennissenkring gebleven. Zo debuteerde ik voor het grote publiek met een mix van mijn neef, mijn moeder en een goede vriend van mij. Maar goed, ik ben natuurlijk verzot om naar mensen te kijken om ze vervolgens in me op te nemen. Ik vestig uiteraard geen aandacht aan muurbloempjes die bol staan van saaiheid. De mooiste types zijn mensen die juist ongegeneerd zichzelf kunnen zijn èn durven zijn. Vroeger toen ik nog in IJsselmonde woonde bij mijn moeder, zong onze geweldige buurvrouw elke zaterdagochtend een stukje uit een opera. Soms was het niet om aan te horen maar zij was ervan overtuigd dat het goed klonk. Dat is toch prachtig. En het is tegelijk een inspiratiebron die ik opsla voor het theaterprogramma van morgen.”

Jandino Asporaat: Mijn rol veranderde van pestmateriaal naar een mascotte“Kijk, ik ben entertainer die het publiek aan het lachen moet brengen met een goede performance. Dat had ik al op de lagere school waar ik eens een spreekbeurt hield over vissen. Destijds was ik een raar mannetje. Ik was klein en had x-benen. Op mijn neusbrug had ik een bril die aan alle kanten was vastgeplakt om de onderdelen bij elkaar te houden. Kortom, ik werd niet serieus genomen. Ik werd ook gepest. Althans, er werden pogingen ondernomen maar die wimpelde ik af met zelfspot. Zelfspot bleek een veilige haven en een prima afweermiddel te zijn. Mijn rol in de klas veranderde van pestmateriaal naar een mascotte. Toen al zat het theater in mijn bloed. Samen met mijn klasgenoot Marcel Rocha vormden we toen een combo. We hebben wat gezongen. Uiteindelijk slaagde ik als entertainer en hij in de onder meer de musical de Lion King. Je moet in jezelf blijven geloven. En daar hoort uiteraard lef bij. Ook juf van ’t Hof heeft toentertijd zelf het resultaat gezien. Ik sta op eigen benen. Top.”

Fotografie: Nico Brons