Arno Mijnten: ‘Op enig moment geef ik The Boss mijn debuut CD’

0
1927
Arno Mijnten - Fotografie: Nico Brons

Op het moment dat hij als jochie op de bezwete schouders zat van Bruce Springsteen tegenover zo’n 60.000 uitgelaten muziekliefhebbers op Pinkpop in Landgraaf, wist hij het zeker. Arno Mijnten wil coûte que coûte als alter ego Aaron Asbury een plek veroveren in de muziekwereld.

Na maanden geen wit doek of bühne te hebben gezien, openden na een surplace die een eeuw leek te duren en waarin geen enkele muzieknoot gekraakt kon worden, de theaters weer hun deuren. Licht uit, spot aan. Deze gevleugelde uitdrukking, afkomstig uit de populaire spelshow ‘Eén van de acht’ (1969 – 1973) van Mies Bouwman, schalde ongetwijfeld in elk cultureel centrum. En uiteraard bij alle artiesten, onder wie Aaron Asbury. Daar stond hij dan op de bühne van Poppodium Gigant in het voorprogramma van de rock & roll coryfeeën Ruben Hoeke en Edgar Koelemeijer, bekend van onder andere Wild Romance, Ruben Hoeke Band, Thé Lau, Drukwerk, Roberto Jacketti & the Scooters, Jan Akkerman, David Bowie – Undercover en nog veel meer. In een half uur tijd ontpopt het 22-jarige singer/songwriter uit Hoevelaken als de Nederlandse Johnny Cash, Elvis Presley en niet te vergeten Bruce Springsteen. Wat hem ook zo bijzonder maakt is dat hij zijn stem doet verlangen naar de tijd dat Elvis Presley, Carl Perkins of Johnny Cash als jonge gasten aanklopten bij Sam Philips van Sun Records in Memphis. Af en toe word je ‘overwhelmed’ zodat je een huivering over de rug krijgt. Daar komt bij dat Asbury soms zijn diep eikenhout gebrande stem eigenhandig begeleid met een gitaar en drum en mondharmonica. En dat allemaal tegelijk. “Heerlijk om weer op het podium te staan”, aldus het jonge talent dat vanaf het moment dat hij in contact kwam met Springsteen, een route in zijn leven had uitgestippeld: een bestaan in de muziek. “Dat gebeurde 9 jaar geleden op Pinkpop. The Boss trad op en ik stond in het publiek. In zijn blikveld. Ik hoorde van fans om mij heen dat Bruce met het nummer Waiting on a Sunny Day met zijn ogen het publiek afstroopte om een een kind uit te kiezen waarmee hij dit nummer wilde zingen. Tot mijn grote verrassing pikte Bruce mij uit het publiek. Het was natuurlijk de bedoeling dat ik het nummer mee moest gaan zingen! Als 12-jarige fan had ik nog niet de tijd gehad om het gehele repertoire van The Boss uit mijn hoofd te studeren. Dus ik deed mijn best om het mee te zingen. Op een gegeven moment zij Bruce tegen mij: ‘Come on e-street band.’ Voorts brulde ik door de microfoon ‘come on E-Street band’ naar de begeleidingsband en heel Pinkpop uit zijn dak ging. Daarna tilde Springsteen me op zijn schouders. Erg cool.”

Gevangenen

Aaron Asbury. Het is een creatieve artiestennaam. Aaron is het resultaat van letters schuiven van zijn voornaam en de tweede naam van Elvis Presley. Asbury komt voor in de titel van het debuutalbum van Springsteen: Greetings From Ashbury Park N.Y. Van kindsbeen af was Ashbury fan van muziekstijlen die The Boss, Elvis. Presley, John Fogerty. Meat Loaf, Eddy Vedder en Green Day in het vinyl, CD of andere geluidsdragers laat intekenen. “Daar hoort ook Johnny Cash bij”, vult hij aan. “Hij had een sterk medegevoel met de verdrukten van de maatschappij, en de ‘Native Americans’ (Indianen) en ook de gevangenen. Voor deze laatsten trad hij verscheidene malen op ter plaatse in de gevangenis en nam er zelfs legendarische albums op zoals ‘Johnny Cash at Folsom Prison’ (1968) en ‘Johnny Cash at San Quentin’ (1969). Alle door mij genoemde artiesten maken muziek die lekker in het gehoor. Ligt. Artiesten die een geweldige impact hebben nagelaten. Het is fabelachtig hoe zij de nummers in elkaar hebben gezet. De tekst is altijd raak. Het zijn gevoelens die ze oppakken. Het zijn de blues. Uiteraard heb ik mijn stijl erin verwerkt. Dat is vanaf september te beluisteren op mijn debuut Destination Unknown dat op CD en op vinyl wordt uitgebracht. In de afgelopen jaren heb ik talloze liedjes geschreven. Uiteindelijk hebben tien nummers de eindstreep gehaald. Er staat één cover op het albusm: The Big Payback, een relatief onbekend nummer van Springsteen. ‘I keep a puttin’ and a puttin’ out, I keep a sweatin’ like all get out, I work so long that I’m a losin’ track Waitin’, waitin’ on the big payback.’ Prachtig refrein. Ik weet zeker dat ik de CD op enig moment aan The Boss zal overhandigen.”

Ingezongen

De overige negen songs heeft een goed beeld over het brede repertoire van Asbury. “Het is vaak gebeurd dat ik tijdens het fietsen naar school en vice versa overvallen werd door een eerste aanzet of een middenstuk van een liedje. Via de mobiele telefoon kon ik het snel vastleggen en thuis uitwerken. Maar er waren ook andere omstandigheden. Tijdens het wachten op Rogier Tromp, die verantwoordelijk is voor de opnamen, mix en de productie, heb ik een deel van Heading On ingezongen op mijn mobiele telefoon. In de studio ben ik met deze muzikale gedachtekronkel verdergegaan. De song staat nu op mijn CD. Ik houd, zoals de muziekliefhebber het zal merken, van strakke arrangementen. Het moet niet te los en te rommelig zijn. White noise hoort beslist niet bij me.”

Uiteraard is Asbury stiekem bezig met de voorbereidingen voor de opnamen van zijn tweede CD. Hij hoop deze geluidsdrager in Amerika op te nemen. Het verbreedt ook zijn repertoire tijdens zijn optredens. In een recensie bleek dat doorgewinterde personalities als Nico Dijkshoorn en Leo Blokhuis een paar jaar geleden onder de indruk waren van het optreden van Asbury in het Concertgebouw in Amsterdam. In het slotnummer, die hij speelde met Tim Knol, stal hij de harten toen hij Like A Rolling Stone van Bob Dylan over het publiek uitstortte. “De recensie bewaar ik natuurlijk”, aldus de talentvolle virtuoos. “Ik weet dat het artiestenbestaan uit hobbels bestaat. Maar over tien jaar wil ik er staan. Zal ik Destination Unknown spelen? Je weet maar nooit hoe het muzikale leven zal vergaan.”

Fotografie: Nico Brons