The Summer of Love begon eind jaren zestig in San Francisco met een evenement dat Human Be-in heette. Deze naam herbergde alles: menselijkheid, werkelijk zijn, streven naar persoonlijke bewustwording, samen delen, niet door taboes gehinderde seksualiteit en bovenal vrijheid. Anno 2020 beleeft de liefdevolle zomer haar renaissance dankzij het kersverse en zinnenprikkelende album Un Jour van de Amsterdamse artieste, Bobbi.
Bobbi is het alter ego van de 37-jarige Margriet Planting. Muziekliefhebbers kennen haar voornamelijk als celliste, zangers en bassiste van het Nederlandse trio Zazí dat verder bestond uit Dafne Holtland en Sabien Bosselaar. Terwijl ze met geduld het saffier in de groef zet van haar nieuwe geluidsdrager Un Jour, blikken we in de intieme bovenwoning in de zo geliefde Amsterdamse Van der Pekbuurt met haar terug in de tijd dat ze met Zazí toerde langs theaters en festivals. “We hebben heel veel opgebouwd in die tien jaar dat we hebben samengespeeld”, opent Margriet terwijl de kamer wordt gevuld met romantische en zoetgevooisdse klanken. “Behalve een duurzame vriendschap kijken we met veel plezier terug naar onze optredens in binnen- en buitenland. Soms kwam een buitenlandse boeking spontaan in onze agenda te staan. Dat gebeurde destijds in San Francisco waar ik het huwelijk bijwoonde van mijn vader met zijn tweede vrouw. Ik liet daar een demo met de muziek van Zazí horen aan een van de getuigen die toevalligerwijs programmeur was van een groot jazzfestival in de stad. ‘Yeah, we must have these girls’, was zijn reactie. Dit contact leverde een onvergetelijk tour op. Uiteraard hebben we veel beleefd en aardig wat van de wereld gezien. Zo stonden we bijvoorbeeld in het voorprogramma van Charles Aznavour.” Ook heeft Zazí een album gemaakt met Hans Dorrestijn. De rode draad op het album is de imposante driestemmigheid, die een melancholieke, romantische sfeer creëert die naadloos past bij de uit het leven gegrepen teksten van de schrijver. “Al met al heeft Zazí tien mooie jaren opgeleverd. Het vulde in wat ik precies wilde. Want voordat ik onderdeel werd van het trio, werkte ik als fotomodel. Ik woonde geruime tijd aan de voet van Sacré-Cœur in Parijs in een huis met fotomodellen uit eenlopende landen. Het is een heerlijke stad waar mijn hart ligt. Zeker. Maar ik kon me moelijk voegen in het modellenwereldje. Muziek is een totaal ander verhaal. Het zit nu eenmaal dankij mijn vader, die contrabassist is, altijd in mijn genen. Als kind zoog ik met genoegen de sfeer van het theater op. Ik kreeg vaak de gelegenheid omdat mijn vader vaak optrad met artiesten als Mathilde Santing. Het was indrukwekkend om op de eerste rij stoelen direct in oogcontact bent met verwondering en ontroering op het podium. Je ziet ook de onderlinge energie van de musici en – last but not least – het groepsproces. Het is tenslotte een optreden waar meerdere mensen bij betrokken zijn. Ik zat toen al te trappelen van ongeduld om ooit op het podium te staan. Die kans heb ik benut.”
Excentriek
Natuurlijk zijn in haar woning talloze van attributen te vinden die herinneren aan een rijk muziekleven, zoals de cello waarop ze speelde toen ze onderdeel van van Zazí. Maar ook een fraaie snaarloze bas van haar vader van het roemruchte Duitse merk Hofner heeft een plek gevonden evenals een select aantal foto’s dat ooit van haar is gemaakt door Martijn van der Griendt en de gevierd reclamefotograaf Marcel van der Vlugt toen ze net aan de slag was als model. Opmerkelijk is het schilderij die zij zo’n twintig jaar geleden liet maken door een kunstenaar met wie ze een innige relatie had. “In dit schilderij is verlangen en levenslust vastgelegd”, duidt Margriet. “Ik realiseer me dat ik in mijn huis een deel van mijn karakter blootgeef. Het klopt dat ik veel met mezelf bezig ben. Soms is het excentriek. Dat heb ik voor een deel geërfd van mijn oma met wie ik een bijzondere band had. Jammer dat ze nooit in een tijd heeft geleefd waarin zij haar eigen keuzes kon maken en vrij kon zijn in het beleven van de liefde. En dat is het verschil tussen mij en mijn oma. Ik weet wat vrijheden zijn.”
Serge Gainsbourg
In 2016 legde de Amsterdamse de basis om op eigen muzikale benen te staan nadat ze in de Wisseloord Studios in Hilversum als backingvocaliste was ingehuurd. Componist Gerry Arling maakte samen met Margriet de muziek voor haar debuutalbum. “Hij wist precies wat ik voor Franstalig muziek wilde maken”, aldus Margriet. “Elke keer als ik een idee had zong ik het in. Ik wilde de The Summer of Love Franstalig inkleuren. Een album dat herinneringen oproept aan artiesten als Francoise Hardy en Serge Gainsbourg.Maar ook aan de film noir, ofwel de naoorlogse misdaadfilms waarvan de hoofdfiguren in een existentieel bedreigende wereld leven. De Française Chrystel Guastadini schreef alle teksten. Samen met producer Reyn Ouwehand die onder meer werkte met Vanessa Paradis, nam ik het album en de nieuwe single Dans Mon Lit op. Daarbij werd ik ondersteund door Denis Benarrosh (Carla Bruni) op de drums, Nicolas Fiszman (Charles Aznavour, Julio Iglesias) op basgitaar, Roman Bly op horns en het Quinetique String Quartet.” Haar debuutalbum begint ook met de single. De muziekliefhebber kent direct de stijl van onder meer Gainsbourg die in 1969 met Je t’aime…moi non zelfs de transistorradio’s rood deed kleuren. “Romantiek pur sang”, legt Margriet uit. “De songs gaan deels over liefde. Waarom? Omdat het leven over liefde gaat. Maar ik heb ook songs als Le Blues Bleu en L’Homme De Fer waarin ik met veel sarcasme de kwetsbare kant van mijn ex bezing.” Na het beluisteren van het nieuwe album, vertelt Margriet dat ze niet kan wachten om de songs van haar debuutalbum uit te storten over het publiek in het theater. “Wat mij betreft mag de Summer of Love vandaag beginnen.”
Fotografie: Nico Brons