De schrik van iedere spaarder

0
3290

Het lage rentebeleid van de Europese Centrale Bank kan op veel kritiek rekenen, vooral vanuit de Noord-Europese landen. In sommige landen moeten spaarders zelfs betalen om geld aan te mogen houden bij hun bank. Er doen zich zelfs gevallen voor waarin huizenbezitters een negatieve hypotheekrente berekend krijgen.

Is die kritiek wel terecht? Volgens voorzitter Mario Draghi niet en waarschijnlijk heeft hij nog gelijk ook. Want, wat is er echt aan de hand? Na nauwelijks twee jaar van halfslachtig herstel zit er nog steeds weinig schwung in de Europese economie. De inflatie blijft uitermate laag. De groei van de wereldeconomie vertraagt en ruimte voor meer budgettair beleid is er nauwelijks. De enige motor die de Europese economie nog kan stimuleren is daarom een ruimhartig geldbeleid.

Een aantal deskundigen stelt dat dit beleid niet werkt, gezien de economische verzwakking en herhaalde averechtse reacties van de financiële markten. Maar om het beleid echt op waarde te kunnen schatten zou je de huidige situatie moeten afzetten tegen hoe het zou zijn als de ECB niets had gedaan. Bij het aantreden van Draghi in 2011 stond de beleidsrente op 1,5 procent. Had de ECB niets gedaan dan waren we in Europa ongetwijfeld langer in een recessie blijven steken. Tegenstanders stellen dat de groei als gevolg van het ruime geldbeleid ‘nep’ zou zijn en alleen gebaseerd op schuld.

De echte oorzaak van de lage rente ligt niet aan het beleid van de ECB, maar aan de zwakke economie. De Europese economie wordt acht jaar na de crisis nog steeds gekenmerkt door hoge werkloosheid, een enorme schuldenlast en negatieve inflatie. Daar komt de vergrijzing nog bij. De ECB doet feitelijk niets anders dan het beleid daarop aan te passen. Bij een lage groei en lage inflatie hoort een lage rente.

Negatieve rente is de schrik van iedere spaarder. De meeste banken durven het overigens nog niet aan om spaarders daadwerkelijk stallingsgeld te laten betalen. De vrees voor een grootschalige kapitaalvlucht is te groot. Toch is een negatieve rente een veel gewoner verschijnsel dan het op het eerste gezicht lijkt.

Het punt is dat niet de nominale, maar de reële rente van belang is voor de spaarder. De reële rente is de nominale rente minus de inflatie. Het is de maat voor de koopkracht van geld. De afgelopen veertig jaar is de reële rente in Nederland meer dan eens negatief geweest. Zo was de rente in de jaren ’70 en ’80 zeer hoog, maar desondanks was de reële rente negatief. De inflatie was in die periode namelijk nog hoger.

Het probleem bij spaarders is echter dat dat niet als zodanig wordt gevoeld. Wanneer je 10 procent aan rente krijgt bijgeschreven denk je een mooi rendement te realiseren. Dat tegelijkertijd je koopkracht daalt omdat de inflatie misschien 12 procent is, lijkt dan bijzaak. Nu zitten we in de situatie dat de rente weliswaar extreem laag is, maar als gevolg van deflatie blijkt de reële rente toch nog positief. Hoger dus dan toen de rente bijvoorbeeld 10 procent bedroeg!

Slimme beleggers streven naar het behoud van koopkracht, niet naar een zo hoog mogelijk nominaal rendement. De reële rente is dan belangrijker dan de nominale rente. Deze geldblindheid kan leiden tot buitenissige beleggingsbeslissingen. ‘Beleggen’ wordt dan gokken, met alle gevolgen van dien…

Foto’s: iStockphoto