Nesselande Living editie 52 (zomer 2020)

Daar onderhouden de parkbeheerders hun groeiplaats op een natuurlijke manier. Zonder kunstmest! NIEUWE SOORTEN Ook zie je steeds vaker dat wegbermen maar één of twee keer per jaar worden gemaaid, vaak als de bloemen zijn uitgebloeid. Sommige boeren passen zelfs hun landgebruik aan om, met subsidies, meer bloemen in het grasland te krijgen. Naast deze ‘voorzorgsmaatregelen’ zijn er de laatste jaren ook nieuwe soorten bijgekomen, onder meer door klimaatverandering, de aanvoer van zaden met internationale transporten en het bewust inzaaien. Het gaat om circa 180 soorten, waaronder de Japanse duizendknoop, de bezemkruiskruid en de reuzenberenklauw.” VERNUFTIGE KLEUREN Er zijn geen veldbloemen die uitsluitend in Nederland voorkomen. Wel zijn er soorten die je karakteristiek kunt noemen voor onze polders. Denk aan dotters, koekoeksbloemen en gele lissen. Tijdens een fietstocht in het voorjaar en in de zomer valt ook de afwisseling in bloemkleur je op. Vroeg in het voorjaar neem je vooral witte bloemen waar. Wit steekt sterk af tegen het groene blad en is daarom een perfecte lokkleur voor het nog geringe aantal insecten in die tijd van het jaar. Naarmate je verder in het voorjaar komt, doet geel zijn intrede. Dan verschijnen er ook koeriers van stuifmeel, zoals vliegen, kevers, vlinders en bijen. Die insecten houden van gele veldbloemen. Het is zelfs wetenschappelijk bewezen dat sommige gele bloemen ultraviolet licht weerkaatsen. Bijen kunnen dat licht waarnemen en voelen zich extra tot die bloemen aangetrokken. Sommige van deze exemplaren hebben zelfs donkerder strepen in hetzelfde gele spectrum en leiden bijen daarmee rechtstreeks naar het stuifmeel, in het hart van de bloem. Planten met paarsblauwe bloemen worden nauwelijks door insecten waargenomen. Daarom groeien zij vaak tussen anders gekleurde bloemen om op die manier ‘een graantje mee te pikken’, oftewel koeriers van hun stuifmeel te ontvangen. MOOI EN PRAKTISCH Noem ze wilde bloemen of veldbloemen; eigenlijk is er geen verschil. De term veldbloemen wordt bij de bloemsierkunst gehanteerd, wilde bloemen meer als tegenhanger van gecultiveerde planten. Maar ze hebben altijd een belangrijke ecologische functie. Ze doen immers dienst als voedselplant voor tal van dieren die er van leven of er in overwinteren. Vergeet ook niet de recreatieve waarde. Wilde bloemen geven kleur aan het landschap. Dat maakt een wandeling of fietstocht immers extra feestelijk. Sommige wilde bloemen bekoren niet alleen, ze zijn ook nog van nut. Neem de klaproos, die je vooral in omgewoelde bermen, langs spoorwegen en op akkers vindt. De schoonheid van deze bloem – ook wel papaver genoemd – met z’n slungelige steel en z’n kreukelige blaadjes steelt vrijwel ieders hart. De rode bloemen omlijsten de opvallende ronde vrucht met het afgeplatte ‘hoedje’. In dat hoedje bevinden zich duizenden zwarte zaadjes. Sommige soorten zijn eetbaar: het maanzaad op de harde broodjes bij de bakker. De olie van de kleine zaadjes wordt ook als vervanger voor olijfolie op de markt gebracht. VENIJNIG EN DODELIJK Andere wilde bloemen hebben een venijnige kant; het sap van de reuzenberenklauw bijvoorbeeld veroorzaakt ernstige blaren op je huid. Afblijven dus. Maar de topper van de boosdoeners is absoluut het jakobskruiskruid. Eerder overleed in Groot-Brittannië een groot aantal paarden na het eten van hooi dat resten van deze wilde bloem bevatte. Vooral in omgewoelde wegbermen, op bouwterreinen en op verlaten akkers ontkiemt het kruid bijzonder snel indeomgewoeldegrond. In leven wordt de giftigheid van het jakobskruiskruid door grazend vee herkend. Maar gemaaid of gedroogd, verliest het kruid zijn kenmerkende geur en wordt het wel gegeten. Wanneer vee er teveel van eet, treedt geleidelijk vergiftiging van de lever op met sterfte tot gevolg. ECOLOGISCH BERMBEHEER InDrenthe namhet jakobskruiskruid de laatste jaren sterk toe. Ondanks de giftigheid heeft de geelbruine plant grote ecologische waarde. Het is een aantrekkelijke soort als voedselbron voor insecten, vooral tijdens de bloei, en als kleurig element in het landschap. De Provincie nam maatregelen, ze organiseerde onder meer voorlichtingsbijeenkomsten waarbij gemeenten, waterschappen en natuurbeheerders werd gewezen op hun verantwoordelijkheid en op de mogelijkheden om overlast en risico’s voor vee te voorkomen. Bij diverse provincies varieert het ecologisch bermbeheer van jaarlijks eenmaal maaien tot het volledig laten ‘verruigen’ van de bermen. In het eerste geval maaien ze de bermen op een vastgestelde tijd in de nazomer en voeren het maaisel volledig weg. Zo verdwijnen voedingsstoffen uit de berm. Die verschraalt dan, en dat leidt weer tot een grotere variatie aan planten. Op andere locaties maaien ze taluds en bermen nooit. Om zo dieren de ruimte te geven de er in leven of er een schuilplaats in vinden. BUITENLEVEN TIP: PLUKKEN HEEFT GEEN ZIN! Hoe talrijk al die wilde bloemen ook zijn, het heeft nauwelijks zin om ze te plukken. Na de pluk kunnen de planten onvoldoende water en voedingsstoffen opnemen. Daardoor hangen ze in een mum van tijd op halfzeven en gaan ze vervolgens dood. Gewoon laten staan dus en genieten van hun lonkende pracht. ‘In tegenstelling tot de tulp laten wilde bloemen zich niet in een keurslijf dwingen’ ‘Zilverschoon, hemelsleutel… voor zó’n dichterlijke pastorale trek je er graag op uit’ NESSELANDE Living 49

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg1NTg0