Lansingerland Living editie 31 (juni 2018)
‘Mijn rol veranderde van pestmateriaal naar een mascotte’ Volgens juf van ‘t Hof kon Jandino Asporaat een rol niet aan in de afscheidsmusical van de basisschool. In plaats daarvan stond hij tijdens de hele opvoering als een verklede dokter op een banjo zonder snaren te spelen. Kortgeleden stond hij na de voorstelling in Barneveld oog in oog met de juf. “Zij had die avond gelachen en genoten. Ze was blij dat het toch goed met me is gekomen.” D eze onthulling rolt over de welbespraakte tong van Asporaat nabij de werkplek waar twaalf jaar geleden zijn aanloop begon van een mooie carrière. Toentertijd werkte hij achter de lange bar in de foyer van het Nieuwe Luxor. “Een heerlijke tijd die abrupt werd afgebroken”, bekende de geboren Curaçaoënaar terwijl hij een blik werpt op de lege bar. “Ik werd tijdens een vergadering ontslagen omdat ik te nadrukkelijk aanwezig was en grapjes maakte. Er zat kennelijk al een kleine artiest in mij die drie jaar later wat aarzelend begon. Uitgerekend in dit theater.” Het is 2005. Asporaat, die aanvankelijk zichzelf eerder zag in de rol van een regisserende directeur met een telefoon om mensen aan te sturen, kreeg een tip van regisseur Roel Twijnstra om mee te doen het Rotterdamse cabaretfestival Cameretten. Het festival bestaat sinds 1966 en is een voorbeeld gebleken voor alle andere grotere cabaretfestivals. Voor winnaars als Theo Maassen, Brigitte Kaandorp en Ivo de Wijs was dit festival de springplank naar het grote succes. “Toen wist ik wat plankenkoorts is, want ik durfde me niet voor dit festival in te schrijven. Hoefde ook niet. Twijnstra had me al aangemeld. Ik moest wel. Toen wist ik al dat er in het leven meer winst te behalen is dan verlies. En op enig moment stond ik in de voorrondes een kwartier lang voor mensen die mij moesten beoordelen of ik wel goed genoeg was. Bizar eigenlijk.” “Aanvankelijk dacht ik dat mijn optreden een uur zou duren. Niet dus. Volgens het reglement moet ik na een kwartier al stoppen. ‘Als jullie meer van me willen zien en horen, kom dan naar de finale.’ Een boodschap die ik met veel gevoel voor durf uitsprak. Het resultaat was duidelijk. Ik stond met twee Belgen in de finale. Mijn opkomst met een brassband, die uit tien muzikanten bestond, zorgde ervoor dat ik het publiek vanaf de eerste seconde in mijn greep had.” Al stampend en springend, fluisterend en gillend sleepte Asproraat de INTERVIEW LANSINGERLAND Living 7
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg1NTg0