Amersfoort Living editie 35 (voorjaar 2021)

AMERSFOORT Living 7 INTERVIEW via Amersfoort waar ik heel wat bierdrin- kende en blowende uurtjes heb doorge- bracht in The Flame op de Arnhemseweg, naar Amsterdam waar ik sociologie, antro- pologie en filosofie studeerde op de Vrije Universiteit. De studie vond ik leuk. Minder fijn was de ontdekking dat de academische wereld in een op zichzelf staand milieu verkeert. De studie heb ik uiteraard afge- rond maar ik had geen enkel plan om werk te vinden dat aansloot op mijn studie.” JONGENS EN VRIENDEN Dex zette zijn passie voor de muziek voort die hij voor mijn studie in Amersfoort had ontdekt. Hij schreef destijds voor De Amersfoortse Coöperatie; een vriendenband die als DAC door het muzikale leven ging. En hoe. In de eerste vijf jaar van het nieuwe millennium was dit een populaire rapcrew van Nederland. “Het was een geweldige tijd. Voor een krat bier traden we op. Bovendien ontbrak vaak de balans in onze optredens. In de eerste tien minuten gaven we alles. Dat was niet verstandig als je een uur moet optreden. Ach, we waren jongens én vrienden en dat is gelukkig na 2005 toen iedereen zijn eigen weg is gegaan, zo gebleven”, duidt Dex die na zijn studie en zijn doorbraak met Eva de Rovere in 2009 successen oogst “Ik heb nu zes platen uitgebracht. De zevende plaat is in het najaar gepland. Sinds de laatste twee geluidsdagers speel ik met Darin Guermonprez, Marcel Tegelaar en René van Mierlo die ook Stef Bos op gitaar begeleidt. De nieuwe plaat waar ik aan werk sluit mooi aan bij zijn levenswandel waarin ik de wereld weer door frisse ogen zie. Het komt in een mensenleven vaak voor dat je een gevangenen bent in je eigen leven. Druk, druk, druk… Iedereen kent dit. Dan is het verstandig om even uit je carrousel te stappen zodat je het leven kunt relativeren. Dat gevoel van vrijheid is fijn. Dat ervaar ik ook bij mijn optredens en het opnemen van een plaat die net als de vorige producties een tijdsbeeld is hoe ik nu in het leven sta. Het zijn relatief korte nummers die ook aansluiten bij de behoefte van de eigentijdse luisteraar. Muzikanten worden immers door bijvoorbeeld Spotify in het keurslijf gedwongen. Lange intro’s behoren langzaam tot het verleden. Het lied moet direct beklijven en – last but not least – naar ieders keel grijpen.” Vooruitlopend op zijn nieuwe geluidsdrager ‘chansonrapt’ hij de eerste regels in van zijn nieuwe pennenvrucht die hij met dat kenmerkende en fijnbesnaarde stem overbrengt naar de trommelvliezen van een schrijver en een fotograaf op de verdieping van een verlaten bankgebouw. ‘IK WEET NOG GOED ALS DE DAG VAN GISTEREN; HET BERICHT DAT IK VAN JE KREEG; IK HAD NOG GEHOOPT DAT HET GOED ZOU KOMEN. TOTDAT HET ONGENEESBAAR BLEEK. WAT MOET JE DAN, WAT ZEG JE DAN; ALS HET LEVEN MET DE DOOD NIET MEER RIJMEN KAN; WAT MOET JE DAN;’ WAT WEET IK DAAR NOG VAN.’ GEDULD Dex wil uiterarad net als zijn muzikale collega’s zo snel mogelijk weer op de planken staan. Ook voor de Amersfoorter geldt dat geduld een schone zaak is. “Ik kijk ernaar uit om tijdens mijn eerste stappen op de bühne een blik te werpen in een afwachtende zaal om voorts even een paar tellen concentratie en energie op te snuiven. Dan barst er een een geweldig feest los. Een ‘ongoing looping’, welteverstaan.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg1NTg0